Kastelen en ridderhofsteden
De bisschop van Utrecht gaf het Langbroekerweteringgebied uit aan geestelijken en leenmannen. Ze bouwden er rond 1300 een reeks woontorens. Na de zestiende eeuw kreeg een aantal kastelen de status ridderhofstad. De eigenaar moest daarvoor behoren tot de ridderschap en een versterkt huis met een gracht en ophaalbrug, en een hofstede (boerderij) hebben.
1. Kasteel Walenburg
De middendertiende-eeuwse woontoren is rond 1300 met twee verdiepingen verhoogd tot bijna 15 meter. Walenburg werd vanaf de vijftiende eeuw nauwelijks meer bewoond. De familie Van Lynden van Sandenburg was in 1803 de laatste koper. Samen met architect E.A. Canneman maakten ze Walenburg in 1965 weer bewoonbaar. Met zijn echtgenote, tuinarchitecte M.E. Canneman-Philipse, legde de architect op de voormalige voorburcht een siertuin aan, waarmee ze grote bekendheid verwierven.
2. Voormalig kasteel Noortwijck
Op de plaats van boerderij De Groote Maat bevond zich in de veertiende eeuw een omgrachte boerderij, die in 1699 is afgebrand. Na de bocht van de natuurlijk ontstane Schipsloot stond kasteel Noortwijck. In het weiland zijn alleen nog de vage contouren van de gracht - een laagte - zichtbaar. Vermoedelijk bevinden zich in de grond nog funderingsresten.
3. Kasteel Rhynesteyn
In 1635 werd loodrecht op de Langbroekerwetering de Cothergrift gegraven voor de scheepvaart naar Wijk bij Duurstede. In het verlengde van de Cothergrift in Cothen ligt kasteel Rhynesteyn. Bisschop Frederik van Blankenheim verwoestte in 1396 het kasteel, dat vervolgens herbouwd is. De middeleeuwse woontoren werd in de negentiende eeuw uitgebreid met een zijvleugel waaraan later een toren werd toegevoegd.
4. Voormalig kasteel Groenesteyn
Alleen het zeventiende-eeuwse poortgebouw van Groenesteyn resteert nog. Het kasteel, dat vermoedelijk rond 1400 is gebouwd, is gesticht door de familie De Ridder. Na vele eigenaren en huurders werd het goed in 1802 overgedaan aan Anna Wilhelmina barones van Lynden. Zij overleed in 1847 ongehuwd op Groenesteyn. Het kasteel werd bij Sandenburg gevoegd, waar haar broer heer was. Het kasteel is waarschijnlijk in 1862 gesloopt
5. Kasteel Sandenburg
Sandenburg is vermoedelijk rond 1390 gesticht door een lid van het oude riddergeslacht
Van Sande. De woontoren is eind achttiende eeuw gesloopt en vervangen door een nieuwe.
Mr. C.Th. baron van Lynden van Sandenburg breidde het gebouw in 1857 uit met brede
vleugels en hoektorens, en liet een witte pleisterlaag aanbrengen. In de voormalige
renaissancetuin verrezen een portierswoning, een toegangshek, een oranjerie en een
koetshuis. De gracht werd omgevormd tot een grote vijver en de rechte oprijlaan, de
Sandenburgerlaan, kreeg een bochtig verloop.
Sandenburg is het grootste landgoed
in Langbroek. De bijbehorende boerderijen en dienstwoningen hebben luiken in de
kleuren geel, rood en groen, afkomstig van het familiewapen van Van Lynden van
Sandenburg.
6. Kasteel Moersbergen
Langs de Gooijerdijk aan de Doornse zijde ligt kasteel Moersbergen. Het is vermoedelijk begin vijftiende eeuw door de familie Van Sleen gebouwd. Door erfopvolging kwam het in 1457 in handen van de familie Van Waell. Na vele eigenaren heeft Stichting Het Utrechts Landschap het kasteel in eigendom gekregen. Het kasteel is niet toegankelijk maar het bijbehorende park wel.
7. Voormalig korenmolen Windlust
De molen werd in 1701 gebouwd door H.S. Tijsseling. Na verschillende eigenaren kocht molenaar J.F. Schoppenhauer de molen in 1890. Drie jaar later bouwde hij naast de molen een stoommaalderij. In 1925 verkocht hij de korenmolen en het omliggende terrein aan landbouwer Joh. de Bie. Nog geen jaar later sloopte hij de molen. Alleen het voormalige molenaarshuis resteert nog.
8. Voormalig buitenplaats Rhodesteyn
Op de hoek van de Langbroekerdijk en de Rhodensteijnselaan stond Rhodesteyn. Het perceel - waarop het huis, de hofstede en verdere opstallen stonden - lag in de Dertig Hoeven. Dat gebied werd in de twaalfde eeuw vermoedelijk als tweede gebied in Langbroek ontgonnen. De buitenplaats was toegankelijk via een poortgebouw over de Langbroekerwetering. Het huis werd in 1878 gesloopt, maar het koetshuis bleef gespaard. In 1964 ging ook het koetshuis verloren.
9. Kasteel Lunenburg
Lunenburg werd in 1944 door een bombardement van de geallieerden verwoest. Maar de woontoren daterend van voor 1339 bleef gespaard en werd eind jaren 70 gerestaureerd. Buiten de gracht werd een huis gebouwd, dat overeenkomt met het voormalige achttiende-eeuwse herenhuis.
10. Kasteel Hindersteyn
Waarschijnlijk was het Hinder van Wulven die rond 1300 de woontoren stichtte. In 1911 kocht Baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn het goed van 197 hectare. Hij bezat ook het naastgelegen Weerdesteyn. De windvaan op de toren toont het wapen van de ridderhofstad. De wapens op de voorgevel en het poortgebouw verbeelden het wapen van de eigenaar ten tijde van de restauratie in 1847, Baron van Zuylen van Nyevelt.
11. Kasteel Weerdesteyn
Bisschop Van Arkel gebruikte Weerdesteyn rond 1350 korte tijd als residentie. Het was toen waarschijnlijk een halve eeuw oud. De woontoren is drie keer omgracht. Het poortgebouw dateert uit 1642. Eind achttiende eeuw werd het kasteel en de naastgelegen boerderij eigendom van de familie De Wijkerslooth, die hun naam uitbreidde met De Weerdesteyn. De woontoren werd gerestaureerd en voorzien van een terras.
Bronnen:
Kastelenboek provincie Utrecht, Jhr. mr. dr. J.R.
Clifford Kocq van Breugel en ir. J.D.M. Bardet, 1966
Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, B. Olde Meierink e.a., 1995